Zelfklevend vinyl bestaat uit een pvc folie waarop een lijmlaag is aangebracht en een schutvel om de lijmlaag af te dekken. Het schutvel heeft een gesiliconiseerde laag waar de lijm niet op hecht. De gebruikte folie bepaalt voor een belangrijk deel de levensduur van de sticker en voor welke toepassingen de sticker geschikt is. Voor de folie zijn twee kenmerken belangrijk. Met de termen gekalandreerd en gegoten wordt de wijze bedoeld waarop het vinyl tot een dunne folie is gemaakt. Monomeer en polymeer heeft betrekking op de bestanddelen van de vinylfolie zelf.
In de markt worden voornamelijk drie soorten zelfklevend vinyl gebruikt en aangeboden:
Monomeer gekalandreerd zelfklevend vinyl
Monomeer gekalanderd vinyl is gemeten zonder lijmlaag 80 tot 90 microns dik (0,08-0,09mm.) en heeft bij gebruik buiten een levensduur van 2 a 3 jaar.
Voordelen: breed inzetbaar, goedkoop, gemakkelijk aan te brengen
Nadelen: relatief veel krimp en niet geschikt voor gebogen ondergronden
Polymeer gekalandreerd zelfklevend vinyl
Polymeer gekalanderd vinyl is doorgaans 65 tot 75 micron dik en heeft buiten een levensduur van 3 tot 5 jaar. Bijna altijd wordt deze folie van een transparant laminaat voorzien.
Voordelen: geschikt voor gebogen oppervlakten, minder tot geen krimp (afhankelijk van de opdruk)
Nadelen: duurder dan het monomere vinyl, iets lastiger aan te brengen hoewel luchtkanaaltjes in de lijmlaag daarbij veel kunnen helpen.
Polymeer gegoten zelfklevend vinyl
Polymeer gegoten vinyl is meestal 50 tot 60 microns dik en gaat buiten 5 tot 8 jaar mee. Ook deze folie wordt bijna altijd van een transparant laminaat voorzien.
Voordelen: krimpt niet, kan door verwarming vervormd worden en is derhalve geschikt voor gevormde ondergronden, bijvoorbeeld om over klinknagels te plakken of auto’s in te pakken (car-wrapping)
Nadelen: duur, grote stickers zijn lastig aan te brengen
Het gebruikte vinyl zegt veel over de levensduur en toepasbaarheid van de sticker, maar helaas nog lang niet alles. Een andere belangrijke factor is de voor de bedrukking gebruikte inkt. Wanneer solvent inkten worden gebruikt en de opdruk erg donker is, kan dit sterke krimp van de sticker veroorzaken. In extreme gevallen kan de sticker aan de randen zelfs loslaten en omkrullen. Wanneer UV drogende inkten worden gebruikt kan dit de folie veel brozer en minder soepel maken. Tot slot kan het gebruik van goedkope inkten zoals die van offset betekenen dat de kleuren al binnen een jaar vervaagd zijn, terwijl de folie nog jaren blijft zitten. Vandaar dat wij altijd weer de vraag stellen: waar gaat u de sticker voor gebruiken. Wij zoeken dan het beste materiaal in combinatie met de voordeligste druktechniek.
Gekalandreerd en gegoten
Bij gekalandreerde folie is de basis meestal een lange flexibele “worst” van vinyl die door verwarmde walsen steeds platter en dunner worden gemaakt en uiteindelijk wordt afgekoeld en opgerold. Door het walsen heeft het vinyl een ”geheugen”, de folie wil altijd weer terug naar haar oorspronkelijke vorm. Gekalendreerde folie zal na verloop van tijd gaan krimpen.
Bij gegoten folie wordt het vinyl door toevoeging van solventen in vloeibare vorm op een gladde ondergrondfolie aangebracht. Vervolgens wordt het vinyl verwarmd waardoor de solventen uit het vinyl verdampen. Daarna wordt het vinyl afgekoeld en gescheiden van de ondergrondfolie opgerold. Door de wijze van fabricage is gegoten vinyl duur, maar het voordeel is dat het geen geheugen heeft en dus niet krimpt. Dit maakt dat het voor meer toepassingen geschikt is.
Monomeer en polymeer
Monomeer vinyl bestaat uit korte pvc ketens. Monomeer vinyl voelt stug aan. Door de korte ketens is het brozer en meer gevoelig voor invloeden van buitenaf, zoals de gebruikte drukinkten en UV licht.
Polymeer vinyl bestaat uit lange ketens van pvc. Voor het polymeriseren van vinyl zijn extra bewerkingen nodig. Het is dan ook duurder dan monomeer pvc. De lange ketens zorgen er voor dat de folie soepeler is. Door de lange ketens is het vinyl meer gesloten en daardoor minder gevoelig voor invloeden van buitenaf.
